Sicilië is de zonovergoten regio aan de voet van de metaforische laars.  Het eiland heeft weliswaar de meeste wijngaarden ( 140.000 ha .) van heel Italië, maar komt samen met Apulië op de tweede plaats als het om productie in hectoliters gaat. Dit als gevolg van een drastische productieverlaging in de wijngaard en het gebruik van moderne vinificatietechnieken in de kelders teneinde de kwaliteit van de wijnen te verbeteren. De wijn waar Sicilië bekend mee is geworden is de Marsala DOC.  De gelijknamige havenstad in het uiterste westen van het eiland, waar in de loop der eeuwen vele volkeren voor anker zijn gegaan, dankt haar naam aan de Arabieren die de stad uitriepen tot ‘Marsah-El-Allah” ofwel ‘Haven van God’.  Oorspronkelijk was het een droge sherry-achtige wijn, maar in de loop der tijd is de Marsala in vele zoete varianten op de markt gebracht.

                                        

Belangrijkste basis voor de wijn zijn de witte druiven van de Cataratto en de Grillo, en de blauwe druiven van de Nerello Mascalese, Pignatello en Calabrese voor de Marsala Rubino.Onder de DOC Alcamo vallen witte, rode en rosé wijnen, waarvan de bleekgele, beendroge Bianco d’Alcamo als eerste een DOC-status kreeg.  Gebruikte druivenvariëteiten zijn de Nero d’Avola, Perricone (Pignatello), Frappato en Sangiovese voor de rode wijnen en Inzolia, Grecanico, Ansonica en Catarratto voor de witte.  Frisse witte wijnen zijn er afkomstig van de Carricante, Catarratto en Trebbiano;warme, volle rode of rosé-wijnen van, hoofdzakelijk, de Nerello Mascalese.  De witte wijnen zijn goede begeleiders van gegrilde vis en wit vlees terwijl de rode veelal gedronken worden bij pastagerechten met een rijke vleessaus, verschillende gevulde groentes (aubergine) en schapen- of geitenvlees.